De mythe van 'Het Geheim'

Het themaverhaal van de Kunst- & Cultuurdagen 2008 in Appingedam op 29, 30 en 31 augustus 2008.

 

Het verre verleden (ca. 500)

Over Teruglopers, Omkeerders en Watergangers of Natvoeten...

In de tijd voordat het Geheim zich voor het eerst manifesteerde was het gebied, waar later historie geschreven zou gaan worden, wild en onberekenbaar. In de woestenij van het moeras was een reis naar deze plek al snel te vergelijken met een avontuur voor de levensmoeën. Kwam men wel verder, dan was er de schrik van de zee die onaangekondigd zijn verwoestende krachten op het land uitoefende. Het waren de oude volken, de simpele lieden, die (zij het in zeer beperkte aantallen) zich deze regionen toeeigenden en hun stem deden klinken. Zo waren er de Teruglopers en Omkeerders. Het water was niet aan hen voorbehouden. Werd het te nat, dan waren ze al weer aan de terugtocht begonnen. Geheel anders de Watergangers, ook wel Natvoeten, voor wie geen water diep genoeg was om hen te weerhouden van hun tochten.

Verdragen deden deze stammen elkaar maar nauwelijks. Het was juist vaak dat de één iets had wat de ander graag verkreeg. In de meeste gevallen liep dit uit op fikse knokpartijen, soms groeide zo'n onenigheid uit tot een meedogenloze strijd. Van een samenleving in de zin van samen leven was dan ook geen sprake. Het werd niet benoemd.

 

De Heremiet (ca. 1000)

Over de komst van de vreemdeling.

Niemand zou het moment vergeten dat de vreemdeling op kwam dagen. Van hem hadden ze er nog niet eerder één gezien. Zijn lange ruige gewaad met de diepe gelaatsbedekkende kap, het onverstaanbare en onverstoorbare geprevel, hij was duidelijk anders, niet een van hun. En ook niet van de anderen; hij kwam uit een andere wereld, een oord ver van hier.

Met niets dan een kist op een handkar was hij gekomen. Nooit werd de kist geopend, tenminste niet dat er ooit iemand getuige van is geweest. Niemand werd in de directe nabijheid van zijn kist getolereerd. Hij en de kist waren onafscheidelijk. Waarom hij de nederzetting bij een dam in de rivier bouwde werd vooralsnog niet begrepen. Waar hij zijn materiaal en proviand vandaan haalde was hen een raadsel. En hoe het kwam dat alles wat hij had alleen maar meer en meer werd zonder daarvoor dezelfde reizen als hen te hoeven ondernemen, het was hen een doorn in het oog. Al zijn daarop volgende bouwwerken leken slechts één doel te dienen: het beschermen van zijn geheimzinnige kist. Het kon niemand ontgaan dat hij iets had wat ze hier niet kenden. Al snel gonsde het van geruchten en de eenling werden bijzondere krachten en gaven toegedicht. Steeds meer van de Watergangers kwamen aan land, en een enkele Terugloper waagde het zelfs tot de enkels door de rivier te waden om de intussen veelbesproken nederzetting aan te doen.

De vreemdeling had altijd wel iets aan te bieden. Het was nooit veel maar altijd juist datgene wat werd begeerd door zijn gasten (wier komst overigens onmogelijk te voorzien was geweest...). De 'kunst van het omzetten' noemde hij het zelf, iets doen bewegen door middel van de wil van anderen om het te bezitten. Geen enkel idee hebbende over welke krachten de vreemdeling hier sprak namen de nieuwsgierigen genoegen met een door hen verkozen kleinood, een altijd al gewenst hebbeding of een nog nooit eerder genoten versnapering.

 

Het einde van het begin

Ontevredenheid en hebzucht leidt tot opstand.

Het duurde niet al te lang of de eersten die meer wilden hebben dan ze zelf konden wensen deden hun stem gelden. Als een lopend vuurtje ging het verhaal over de oneindige weelde en rijkdom die door deze 'zelfzuchtige buitenstaander' voor zichzelf werd gehouden. Over de haast onneembare vesting waar 'de schatten der aarde' in overvloed lagen te wachten op hun nieuwe en rechtmatige eigenaar. En dit terwijl de nood onder de nieuwe vrienden juist nu zo hoog was...

De ontevredenheid en de drang naar meer overmeesterde een steeds groter deel van de bevolking. De rijkdom behoorde hen, het was hen immers altijd al toegedacht geweest. De verwondering maakte plaats voor hebzucht en al snel was de eerste steen van het complot gelegd. De onaantastbaarheid van het geheim van de 'uitvreter' moest worden overwonnen, zijn vesting moest vallen!

Terwijl de opstand een feit was geworden bleek de nederzetting versterkt en van toegangspoorten ontdaan. Sommigen spraken van de onverklaarbare snelheid waarmee de vreemdeling zich leek te verplaatsen. Anderen menen zeker te weten dat hij niet langer de enige was, dat er meer van zijn soort hun intrek in de burcht hadden genomen. Dag en nacht hoorde men de geluiden van noeste arbeid die zich uit het binnenste van de stenen kolos door de omgeving verspreidde. Tot in verre omtrek sprak men over de stemmen uit de diepte en het trillen van de aarde. De woede van het volk leidde uiteindelijk tot vernietiging van de burcht. De vreemdeling werd niet gevonden en de verwachte schat aan rijkdommen evenmin. In een kelder vond men de oude kist. Over de inhoud was verbazing. Nooit werd nog iets vernomen van de zonderlinge man in zijn vreemde gewaad, noch werd er enig spoor gevonden dat zou kunnen leiden naar hem of zijn onmetelijke schatten. Enkele eeuwen later zou de geschiedenis herhalen.

 

Herhaling van de Geschiedenis - Bloei en doem (ca. 1500)

- Serendipiteit: zonder te zoeken datgene vinden waarvan men niet eens wist dat het zou bestaan -

Het was erg lang geleden dat een vreemdeling geschiedenis schreef met zijn bijzondere gave om te kunnen omzetten. Sinds zijn plotselinge verdwijning is er veel gebeurd. Het verhaal over zijn geheime kunsten is generaties lang overgedragen, van vader op zoon, van moeder op dochter. Merkwaardig genoeg is zijn invloed echter altijd voor een deel aanwezig gebleven. Een aantal mensen ontdekte bij zichzelf een bijzondere gave; het herkennen van de behoefte bij anderen.

Uit wijde omtrek brachten gelukzoekers, met steeds grotere getale, een bezoek aan de nederzetting bij de dam. Zij kwamen in volle verwachting en niet zelden vonden zij datgene wat ze zochten. Nog vaker vonden ze iets waarvan ze zelf niet hadden durven bevroeden dat ze het gezocht hadden. Het was zelfs opvallend hoe men hier zonder te zoeken datgene kon vinden waarvan men niet eens wist dat het zou bestaan, maar waarnaar men toch altijd al naar verlangd had.

Dit ging de grote machten uit de diverse windrichtingen uiteraard niet ongemerkt voorbij. Een herhaling van de geschiedenis kondigde zich aan. De zegen die de bijzondere gebeurtenissen leek te brengen bleek een vloek. Jaren, nee eeuwen van terreur en oorlog teisterden het stadje bij de dam in de Appe. Van heinde en verre kwamen opportunistische krijgers om hun rechtvaardige deel van de 'aan een ieder toebehorende rijkdom' te claimen. Ondanks de donkere tijden die het gezegende gebied heeft dienen te doorstaan bleek een geheime kracht nog steeds actief. Velen kwamen en namen wat ze wilden maar toch was er altijd meer. Waar lag toch de bron van al dit goeds? Waar kwam het vandaan en wie bepaalde het aanbod? Overleveringen uit deze tijd maakten melding van de willekeurige verdwijningen en het plotselinge opduiken van leden van een groep handelaren: de Coopluyden. Zij zouden (zonder ook maar één moment zichtbaar te zijn) zichzelf met gemak door de belegerde stad hebben verplaatst. Deze gebeurtenissen zouden zich vaak in de buurt van de kerken, borgen en ruïnes hebben afgespeeld.

 

Heden ten dage – Appingedam, de onderste steen boven

Hoe het geheim van de vreemdeling in onze tijd nog steeds aanwezig lijkt te zijn.

Eeuwen na de fantastische vertellingen over geheimen van monniken en hun gave om zaken om te zetten lijkt Appingedam op het eerste gezicht een gewone Nederlandse stad. Opvallend is echter de bijzondere aantrekkingskracht die de stad op het 'kopend publiek' lijkt te hebben. Het blijkt dat bezoekers hier vaak goederen en lekkernijen kunnen kopen die nergens anders te vinden zijn. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat er geen aanwijsbare reden voor deze gevallen te noemen is. Onlangs bereikte ons echter nog een opmerkelijk bericht. Het betrof een (geheime) bijeenkomst van een groep initiatiefnemers die zichzelf betiteld als 'Omzetters'. Een toevallig in de omgeving van de Nicolaïkerk wandelend echtpaar zag een aantal personen in lange gewaden met monnikskap van het ene moment op de andere in het niets verdwijnen. De vrouw omschreef de geluiden die zij daarna hoorde als 'stemmen uit de tegels'. In de archieven van Appingedam is regelmatig sprake van ondergrondse tunnels en gangenstelsels.

Grote delen van de stad zouden in vroegere dagen ondertunneld zijn om te kunnen ontkomen aan de bezetters en vijandige bezoekers. In de bibliotheek blijken oude geschriften zelfs melding te maken van 'de ondergrondse labyrinten aan de Appe', een onderling verbonden gangenstelsel, waarin men (als men er de weg niet kent) zeker zou verdwalen.

Weer andere bronnen vertellen over een bisschop die bij zijn komst een schijnbaar oneindige hoeveelheid cadeaus meenam en iedereen gelukkig maakte door juist datgene te schenken wat men altijd al graag wilde hebben. De naamgeving van diverse kerken zou hierop gebaseerd zijn. Een wel erg bijzondere visie op de bron van alle mysterie zit hem in de kist. De wonderbaarlijke kist die de vreemdeling met zich meenam op zijn reizen door het hoge noorden op zoek naar de ideale vestigingsplaats voor zijn 'Omzetterij'. Er wordt beweerd dat de kist nooit goederen en geschenken heeft bevat, maar...    Zeker is dat de inhoud van de kist de basis voor alle 'omzet' was.

Zeer waarschijnlijk zullen we deze historie nooit tot op de bodem kunnen doorgronden. De aardse zoektocht naar rijkdom en overdaad wordt vaak overschaduwd door het gemis aan werkelijke waarde. Desalniettemin zullen er altijd mensen zijn die zich zullen inzetten om de onderste steen boven te krijgen!

 

(Henk Bleker, Tjuchem 2008)